Tiny house – verhaal over leven op 30m2

Als student woon ik al een aantal jaar in mijn eigen tiny house op slechts 30 vierkante meter: douchen, slapen, studeren en wonen. Het lijkt klein (en dat is het ook), maar met de juiste indeling maak jij van een studio een waar paleis.

🐐 Dit artikel is geschreven door Daphne.

1. In hokjes denken

Een studio – dat is de naam voor een ruimte waar je zowel kookt, slaap, leeft, doucht en naar het toilet gaat. Vaak zijn de badkamer en het toilet in een aparte ruimte, maar de keuken en de lees- dan wel slaapkamer is allemaal in dezelfde ruimte. Een soort tiny house dus.

Ikzelf was geneigd om allemaal hoekjes te maken. Een hoekje voor m’n bed, een met m’n tafel en een hoekje voor de bank. Dat klinkt logisch – je probeert immers een echt huisje na te bootsen. Toch is dat qua ruimte niet heel handig. Door allerlei hoekjes te creëren lijkt de ruimte optisch veel kleiner, waardoor je je snel opgesloten kan voelen.

Accepteer dat er geen aparte kamers in jouw studio zijn en betrek juist alles bij elkaar, zodat je studio -of tiny house- een geheel wordt.

2. Je inrichting op elkaar afstemmen

Van je studio één geheel maken, maar hoe dan? Dat kun je bijvoorbeeld doen door de inrichting een beetje op elkaar aan te passen. Neem bijvoorbeeld een dekbedovertrek in dezelfde kleur als de kussens op je bank, en kies voor het tafelblad, je kledingkast en de salontafel dezelfde soort en kleur hout.

Hierdoor krijg je een eenheid, waardoor de ruimte in balans komt. Naast dezelfde kleuren en materialen, is het ook belangrijk om dezelfde stijl wat betreft het interieur aan te houden. Zo breng je de ruimte nog meer in balans.

---

---

Lees ook: 5 tips voor het inrichten van een studio

3. Kleuren kiezen in je tiny house

Hoewel iedereen een persoonlijke smaak heeft wat betreft interieur en ook zelf moet kiezen voor welke stijl hij of zij kiest, is het bij een studio belangrijk om te kijken naar de ruimte. Omdat de oppervlakte al minimaal is, moet je de ruimtelijkheid bewaren en dat doe je vaak niet door veel donkere kleuren in je interieur te gebruiken.

Kies als basis altijd voor een lichte kleur, bijvoorbeeld wit, beige of heel lichtgrijs. Wie van veel kleur houdt, kan eventueel kiezen voor een lichte pastelkleur.

Hou je erg van een donker interieur, probeer dit dan vorm te geven door accessoires in een donkere kleur te kiezen. Als je de basis licht houdt, hou je de ruimtelijkheid en kun je met bijvoorbeeld zwarte accessoires toch je eigen draai aan je woning geven. Daarnaast is zwart/wit een heel populaire kleurencombinatie en eigenlijk altijd goed.

4. Efficiënt omgaan met de ruimte

Omdat je spaarzaam om moet gaan met de vierkante meters die je hebt, is het verstandig om bepaalde functionaliteiten met elkaar te combineren. Zo is de eettafel een prima werk- en studeerplek en kun je van je bed een lekkere relaxplek maken.

Door één grote kast te kopen waar allerlei spullen inpassen, in plaats van een apart kleding- en boekenkast, scheelt dat behoorlijk in de ruimte. Daarnaast is het aanzicht optisch veel rustiger als je voor een paar grotere meubelstukken kiest in plaats van allerlei kleine kastjes en tafeltjes.

5. Je studio licht houden

Ik noemde het al even bij de tip over de keuze wat betreft het interieur, maar genoeg licht je studio binnenkrijgen is van groot belang. Door de juiste lichtinval oogt de studio een stuk ruimtelijker en krijg je minder snel een claustrofobisch gevoel. Kies daarom niet voor dikke, zware gordijnen, maar neem bijvoorbeeld mooie shutters.

Toch meer van de gordijnen in je eigen tiny house? Kies dan een dunne stof -eventueel verduisterend- in een lichte kleur. Hetzelfde geldt voor je vloer – een donkere vloerbedekking voelt heel klein aan, terwijl een licht gekleurd laminaat of linoleum veel ruimtelijker staat.